Leuk Laos

Na een paar actieve weken in Vietnam kwamen we met het vliegtuig aan in Luang Prabang, Laos. Zoals ik in het vorige verhaal al schreef was het een enorme overgang om na het superdeluxe hotel in Hanoi in een typisch backpackersguesthouse aan te komen. Even wennen dus, maar lang duurde dat niet, want Luang Prabang was een erg leuk stadje naast een rivier met genoeg activiteiten om te doen.

Naast dat we alle avonden (vijf!) hebben genoten van het lokale straateten (en soms ook ’s middags), zijn we meerdere keren over de nachtmarkt geweest, waarbij we ons ontzettend moesten inhouden, zodat we niet gelijk alweer pakketje nummer vijf hoefden op te sturen. Wel heb ik twee nieuwe jurkjes gekocht na stevig onderhandelen, haha. Het begint echt makkelijker te worden, zolang de mensen maar geen Nederlands kunnen verstaan, krijgen we de meeste dingen voor de prijs die we willen! Ook hebben we ons laten masseren, altijd leuk om te merken hoe dat gaat in een ander land, eerst al in Cambodja en nu dus ook in Laos. Eventuele aanstaande patiënten, mocht ik ooit uitgebreid mijn mobiel opnemen tijdens de behandeling, dan weten jullie waar ik dat geleerd heb ;-)

Luang Prabang staat bekend om gezellig eten en drinken, zoals heel Zuid-Oost-Azië eigenlijk, vanwege hun Franse geschiedenis. Maar naast dat het gewoon een gezellig stadje is, een van onze topfavoriete deze reis, zijn er veel tempels, het koninklijk paleis en groepen monniken! Na onze eerdere bezoeken aan allerlei tempels in Mongolië, China, Tibet, Nepal en India, was het bijzonder om te zien hoe verschillend die zijn van de Laotiaanse. Ook de monniken zien er totaal anders uit, zij dragen hier allemaal oranje en geel, weer eens wat anders dan rood dus.

Een van de hoogtepunten die dagen was het olifant rijden en vooral het badderen met ze! Aan de ene kant leek het ons zielig voor de dieren, terwijl we het aan de andere kant toch eigenlijk ook wel graag wilden proberen. Na wat research op internet leek Luang Prabang wel diervriendelijk te zijn en aangekomen bij de olifanten bleek ook dat ze, volgens onszelf, goed behandeld werden. Ze mochten tijdens het rijden elke struik in om eten te pakken (waarbij wij dus op hun rug zaten en dus regelmatig ook in de struiken zaten) en de begeleiders deden erg hun best om bamboe voor ze te regelen, als lekkere snack tussendoor! Het badderen was echter nog veel gaver! De olifanten vinden het heerlijk om in het water te liggen en de begeleiders vinden het leuk om de toeristen te pesten. Een leuke combinatie dus, maar aangezien wij allebei van water houden, was het een superactiviteit!

Na Luang Prabang gingen we naar Vang Vieng, met name om te tuben (heel bekend) over de rivier en hier en daar een drankje te nuttigen. Het was erg gezellig met alle mensen die we daar hebben ontmoet en aan het eind zaten we met zijn allen bij een local thuis te praten over allerlei verschillen in onze culturen. Dat is wat het backpacken zo leuk maakt, dat je ook de kans hebt om het echte leven te zien... Gelukkig kregen we van een van de stelletjes nog wat foto’s, want onze onderwatercamera was onderweg ineens verdwenen en ligt nu waarschijnlijk ergens in Vietnam, Cambodja of de Indische Oceaan!

Omdat onze plannen ondertussen iets duidelijker zijn, besloten we het reistempo op te voeren en wat plaatsen over te slaan. Vandaar dat we de “helse bustocht” (citaat uit Lonely Planet) besloten te boeken. Van Vang Vieng naar de 4000 eilanden. Drie bussen en een boot, gedurende meer dan 24u aaneengesloten reizen. Het kon dan ook bijna alleen maar misgaan… We kregen pech midden in de nacht en misten hierdoor de volgende dag onze aansluitende bus richting de eilanden. We strandden in Pakse, niet echt een bijzonder stadje, maar vanwege de massage, de lekkere biefstuk ’s avonds en het enorme bed (na een krappe sleeperbustocht van 18u echt fijn) was het niet eens zo vervelend om daar een nachtje verplicht te moeten blijven.

De volgende twee dagen verbleven we op Don Det, een van de vele (4000 dus) eilanden. Na aankomst huurden we een fiets en gingen we op verkenning. Onderweg hebben we leuke taferelen gezien, van badende koeien tot aan kindjes die met modderhanden high fives aan toeristen geven (best een leuk idee haha).

De tweede dag gingen we al kayakend op zoek naar de zeldzame Irrawaddy dolfijnen (zoetwater). Ondertussen bezochten we meerdere watervallen (niet met de kayak!!) en crashten er meerdere mensen. Ja, wij ook, toen we de bagage van een ander stel met onze peddel probeerden te redden. Onze lunch bleek ook ergens door de rivier te drijven, dus kregen we in plaats van broodjes, een lekkere BBQ. Met de mensen van de kayaktocht werd het zo al erg snel gezellig en na het uiteindelijke spotten van de dolfijnen (!!! Ja, mijn geluk is nog niet weg) en een bezoek aan de grootste waterval van Zuid Oost-Azië (indrukwekkend wat een kracht!) gingen we met zijn allen uit eten (met Kadda, Lisa, Joel, Sven en Ninon). De avond was erg leuk en Erik en ik besloten om samen met de laatste drie terug te gaan naar Pakse om daar een tour te doen over het Bolaven plateau. De Duitse meisjes zouden de volgende dag naar Cambodja gaan.

De tour naar het Bolavenplateau was mooi. Een totaal andere kant van het land hebben we op die manier gezien. Naast meerdere inheemse stammen (met vrouwen met enorme oorbellen, een “dochter-uitzoek-huis” en dorpen gebouwd met echt een Asterix en Obelix gevoel), proefden we verschillende theesoorten en koffie, lunchten we met zijn allen en zagen we drie verschillende watervallen. Wat een mooi land! Na de tour sloten we weer met zijn allen af in een restaurant, waar we met sluitingstijd weg werden gestuurd…

En zo kwam er een einde aan een erg leuke tijd in een superleuk land, Laos. We zijn het er allebei over eens dat dit qua vriendelijkheid voor ons op nummer 1 staat. De mensen lachen, zijn beleefd en zien je niet zo erg als wandelend geldbiljet als in andere landen. Daarnaast wordt er nauwelijks getoeterd op straat, zie je niet zo veel vuilnis en kun je zonder gevaar voor eigen leven de straat oversteken!

We gaan nu ons visum voor Myanmar regelen in Bangkok, Thailand. Daar gaan we ongeveer 2 weken heen, waarna we kunnen bijkomen van het snelle reistempo in het zuiden van Thailand, op een van de vele stranden daar. Dan zullen we half oktober op weg gaan naar Bali! Indonesië en Borneo staan dan uitgebreid op het programma en op Bali willen we vrijwilligerswerk doen met straathonden! De plannen zijn nu dus duidelijker, het einde is meer in zicht, maar wie weet dat het toch allemaal nog weer anders gaat, we zullen zien, hopelijk beleven jullie het gewoon met ons mee!

Xx Erik en Mirthe